7-6-2023


Vandaag in het nieuws horen we een wat ongelukkig gekozen benaming voor de nieuwe opvanglocaties die asielstaatssecretaris van der Burg gister uitsprak voor de toestromende asielzoekers: overlooplocaties…

Dat hij deze term introduceert vind ik cru, op de dag dat die dam in Oekraïne door zeer waarschijnlijk de Russen is opgeblazen, en een zeer groot gebied overloopt met koffie-met-melk-kleurig rivierwater…

Maar ach, deze hardwerkende VVD-er, die werkelijk voor de asielzaak lijkt te gaan, moet nu alweer het collectief van burgemeesters aanspreken om hun verantwoordelijkheid te nemen ruimte te creëren voor het verstopte afvoerputje van Ter Apel…

We zien beelden van een weifelende Aboutaleb die gevraagd krijgt of hij extra ruimte kan vinden. Zijn weifelende wegkijken van de camera maakt duidelijk dat hij die niet in de aanbieding heeft…

Wel is die gevonden in een leegstaand gebouw nabij het Assense circuit. Goed werk jongens! Zo zijn er vast nog heel wat leegstaande gebouwen te vinden (waar geen drugs worden gemaakt), zodat menig onroerend goedboertje extra knaken kan verdienen…

Ja, het is een ons land nogal verdelend probleem, al die royaal in beeld gebrachte asielzoekers. Maar ik wil eraan toevoegen dat we niet moeten wegkijken: het is een èn-èn-probleem…

Waarmee ik bedoel dat het om meervoudige problematieken gaat, die tegelijkertijd moeten worden aangepakt. Dus niet eerst de kont tegen de kribbe totdat er in Europees verband een fatsoenlijke aanpak tot stand is gekomen…

Het is èn landelijk èn lokaal de zaak regelen, èn Europees. Wat ook betekent dat ons land het zoveel mogelijk moet ontmoedigen naar hier te komen, dat men zich hier niet met een gouden lepel door de muren van Luilekkerland kan eten…

Wat anders. Omdat ik afgelopen vrijdag niet thuis was, kwam ik er vandaag pas aan toe de Trouw van die dag in te halen. Ik stuitte op een artikel over zanger, auteur en ‘allround personality’ Nick Cave…

Het gekke is dat er bij mijn grote liefde voor muziek steeds een vreemd fenomeen optreedt, namelijk dat ik vrijwel zonder uitzonderingen de beginperiode van een band of zanger het meest interessante vind…

Nu is Nick Cave een buitengewoon oude rot, of een rotte oudere. Hij is al 62 en heeft, net zoals de kat in de Egyptische oudheid, vrijwel alle negen levens achter de rug. Ik was vooral blij met zijn eerste leven, als zanger van The Birthday Party…

Indertijd was hij nog een schreeuwende addict die, ondanks dat, toch boven de gebruikelijke saaiheid van de Australische rock/punk bands wist uit te torenen. Wat was ik onder de indruk van het album Junkyard…

Vooral de gelijknamige song Junkyard en She’s hit, en niet te vergeten Big-Jesus-Trash-Can en Release the bats. Als hij ooit existentieel is geweest in die 40-jarige carrière van ‘m, dan is dat wel geweest begin jaren ’80!…

Natuurlijk ging hij met Nick Cave and the Bad Seeds meer de diepte in, trok hij betere muzikanten en producers aan, werd hij slim gewaar dat hij kon schermen met de Bijbel en het geloof. Bovendien werd het een stuk intellectueler allemaal…

Maar de snoeiharde extatische hoogten van TBP, die bereikte hij nooit meer. Sinds Henry’s Dream vind ik dat NC&TBS al dertig jaar weinig verandering meer heeft laten zien qua creativiteit (oude wijn etc). Maar dat is persoonlijk, heeft met smaak te maken…

De tragische dood van zijn zoon in 2015 heeft hem onlangs pas de ogen doen openen, zo lees ik in het artikel. Ik weet het niet goed hoor, maar volgens mij zijn bij hem al heel lang de ogen wijd geopend…

Daarom is hij gedurende zijn lange bestaan als muzikant voor velen zo interessant gebleven, ongeacht welke levensfase je van hem bewondert. Voor mij had hij zijn hoogtepunt in ‘82 met Junkyard tijdens Gotterdammerung…

Met de maniakale Tracy Pew op bas die nog nooit door een andere bassist is overtroffen qua mix tussen limbo dansen en in extase de bas bespelen, ook al weet je dat het voortkomt uit drugsgebruik. Zie het einde van het betreffende clipje op Youtube…

Ja, ik weet het best hoor, als je goed kijkt hoor/zie je in het clipje dat het geluid niet matcht met de beelden. Er is sprake van een gedeeltelijke playback dan wel live meedoen met een voorgespeelde tape…

En dan de eindeloos vertraagde versie van She’s hit uit ‘83 op de Hacienda Club. Heerlijk! De gave dat hij zijn publiek samen met hem in de diepte kon laten vallen is twee keer subliem door hem gedaan in covers op Kicking Against the Pricks…

Het gaat om de zelfs steeds weer ontroerende versie van Muddy Water van Phil Rosenthal en Hey Joe van de onovertroffen Jimy Hendrix (die het nummer als eerste coverde van Billy Roberts’ origineel)…

Althans dat laatste zou je denken, dat Hendrix niet te overtreffen is. Maar Cave maakt het nog veel beter dan zowel de eerste cover als het origineel. Hij maakt het dreigend als een inktzwart onweer, en tegelijkertijd zo diep als de diepste afgrond…

Cave is naast zeer succesvol muzikant ook een tragische figuur. Misschien is hij dat gaandeweg geworden. Door het vreemde succes dat hij heeft mogen ervaren toen een vrij grote schare muziekliefhebbers hem wist te vinden eind jaren ’80 begin jaren ’90…

Nadat men hem eenmaal had gevonden, wist hij velen blijvend te boeien. Ik had ooit kaartjes voor een concert te Paradiso ten tijde van Henry’s Dream, toen hij over de wereld toerde om dat album te promoten…

Door een lullige samenloop van omstandigheden moest ik mopperend verstek laten gaan. Ik zou eindelijk Cave live zien en een vriend meenemen die niet zo vertrouwd was met al dat geperfectioneerde lawaai…

Ik droeg mijn kaartje aan een weer andere gezamenlijke vriend over, en die twee hebben samen een onvergetelijke avond gehad met songs die ze niet eens kenden. Dat is wat Cave met je doet: je wordt gegrepen, of je nu wilt of niet…

Het fenomeen van de beginfase van een band die mij zo boeit, daar kan ik zeker meer voorbeelden bij geven. Coldplay is zo’n band. Na de eerste vier albums te hebben grijsgedraaid, sloeg de commercie snoeihard toe en begonnen ze mainstream bagger te maken…

Pink Floyd. Na het album Animals kreeg de onderlinge animositeit voet aan de grond, dat ik bij het commerciële The Wall ‘The Floyd’ kwijtraakte. Idem bij het modernere The Killers en Muse: steeds na zo drie à vier albums haak ik af, na eerst lyrisch te zijn geweest…

Mogelijk heeft het niet met die bands te maken maar met mijzelf. Dat ik van de pioniersfase houd van bands, totdat de werkelijk grote (wereldwijde) commercie toeslaat en deze bands in hun uppie voetbalstadions volledig weten te vullen met fans…

Snow Patrol is ook zo’n band. Al blijft die nog redelijk in de buurt van de beginherrie. Ik heb vooral moeite als de wilde haren van het begin langzaam plaatsmaken voor gekamde kapsels, nette kleren en het tegemoetkomen aan de wensen van platenbazen…

Die willen maar één ding: zoveel mogelijk geld verdienen aan hun pareltjes. Zo was ik ook een fan van Queen, in de beginperiode. Maar toen Fredje Kwik zich eenmaal in leather gay clothes begon te hijsen, haakte ik teleurgesteld af…

Want ook de muziek van Queen begon navenant in te kakken. Idem gebeurde bij Pearl Jam en Soundgarden. En iets later bij Smashing Pumpkins. Om zo maar wat bands te noemen die een poos hoog op mijn lijstjes hebben gestaan…

Maar er zijn uitzonderingen: Pixies! Al kun je dat verklaren uit het feit dat deze band door Black Francis werd ontbonden op het hoogtepunt van hun roem in ‘93, na slechts een jaar of vijf echt bekend te zijn geweest bij het Indie-publiek…

Tien jaar later, na solocarrières van de twee belangrijkste bandleden (Black en bassiste Kim Deal), herpakten ze de boel en bleven ze net zo onverwoestbaar trouw aan hun geperfectioneerde herrie…

Het grappige is dat Pixies vaak werd gemeld als inspiratiebron voor talloze bands die daarna de wereld zouden veroveren. Zoals Nirvana, maar ook eerdergenoemde Soundgarden, Pearl Jam en Smashing Pumpkins…

Ach, alles is een kwestie van smaak. Zo heb je mensen die erbij zweren dat de liederen van André Hazes het mooiste zijn wat ooit door een levend wezen is vertolkt. Ik kan dat begrijpen, al deel ik de mening niet…

Zo heb je tegenwoordig ook hele karrenvrachten mensen die het Nederlandstalige hiphopgenre verafgoden. Ik kan er werkelijk niets mee. Dat is helemaal niet erg, er is ruimte voor iedereen in de smaaksalon van de muziek…

Ter afsluiting. Gister kwam me ter ore dat nog een oude rot uit de muziek naar het muziekwalhalla is opgestegen: Astrud Gilberto. Ik had niet zo veel met haar muziek, al was ze wel een bekend fenomeen omdat ze slim gebruik maakte van covers…

The girl from Ipanema, een cover, bracht haar wereldwijde bekendheid. Mijn vader was zowaar een groot fan van haar, al kon dat ook met die zwoele stem te maken hebben en haar spannende verschijning…

Mijn vader was ook fan van Corry Konings. Ja, leg dat maar eens uit, hoe zoiets psychologisch werkt. Tevens was hij groot fan van The Floyd. Dat werd hij nadat hij mij ooit op mijn jongenskamertje betrapte, terwijl de vinylle versie van Wish you were here opstond…

Corry Konings leeft nog, zocht ik zojuist op. Met het maandag ter hemelen gaan van miss Gilberto, zal wijlen mijn vader waarschijnlijk een emotionele dag hebben gehad in het hiernamaals…

Maar of het meisje van Ipanema hem daar zag staan aan de Pearly Gate, op haar weg naar het strand, dat zullen we nooit te weten komen, ook al was mijn vader ooit lang, zongebruind, jong en lieflijk…

Barfman


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *